Nederland streeft ernaar om in 2050 CO₂-neutraal te zijn, een doelstelling vastgelegd in de Klimaatwet. Bovendien worden de zomers in Nederland langer en warmer, wat het noodzakelijk maakt om aandacht te besteden aan comfort en gezondheidsaspecten. De bouwsector staat hiermee voor de uitdaging om comfortabele en gezonde woningen te creëren die zowel aardgasvrij, als bijna energieneutraal zijn.
In de bouwregelgeving zijn drie BENG-indicatoren en een TOjuli eis opgesteld welke zijn opgenomen in de NTA 8800, de bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen in Nederland.
Vanaf 1 januari 2021 is het wettelijk verplicht om bijna energieneutraal te bouwen (BENG). Voor het berekenen van de energieprestatie nemen we afscheid van de EPC en gaan we over naar drie energieprestatie-indicatoren:
1) De energiebehoefte-indicator in kWh/m2 (BENG-1)
De energiebehoefte is een maat voor de energiezuinigheid van het gebouw zelf. Het gaat daarbij om de energiebehoefte voor zowel verwarming als koeling, onafhankelijk van de installaties. Naast thermische isolatie hebben zaken als zon-oriëntatie en kierdichtheid daar invloed op. Er wordt ook rekening gehouden met een vaste hoeveelheid ventilatielucht.
2) De primaire fossiele energie-indicator in kWh/m2 (BENG-2)
De hoeveelheid primaire fossiele energie is het best voor te stellen als de energie-inhoud van de oorspronkelijke brandstof, bijvoorbeeld in de elektriciteitscentrale.
3) Het aandeel hernieuwbare energie in % (BENG-3)
In het aandeel hernieuwbare (duurzame) energie telt niet alleen directe opwek mee, zoals in zonnepanelen of –collectoren, maar ook het gebruik van omgevingswarmte uit bijvoorbeeld de bodem of de lucht via een warmtepomp.
Een lage energiebehoefte (BENG 1) is een randvoorwaarde voor een robuust energieconcept. Het is logisch om hier apart naar te kijken vanwege het verschil in levensduur van gebouw en installaties. Gedurende de levensduur van het gebouw worden installatie-componenten immers een aantal malen vervangen. Onafhankelijk van die opwekking is dan een beperkte energiebehoefte verzekerd.
Een ander opvallend verschil met de EPC is dat de indicatoren zijn gekoppeld aan een concrete grootheid: kWh/m2 voor BENG 1 en BENG 2 en een percentage voor BENG 3. Let er op dat het niet gaat om de kWh zoals we die op de elektriciteitsmeter aflezen, maar om de thermische energiebehoefte bij de eerste indicator en om de hoeveelheid primaire fossiele energie bij de tweede.